Twee Keuzes - Flux Aeterna - Praktijk voor Psychotherapie
22286
post-template-default,single,single-post,postid-22286,single-format-standard,ajax_fade,page_not_loaded,boxed,select-child-theme-ver-1.0.0,select-theme-ver-3.5.2,,wpb-js-composer js-comp-ver-5.0.1,vc_responsive

Twee Keuzes

 

Dit virus is een X-ray van onze maatschappij, hoorde ik de schrijver David Brooks vorige week zeggen. Het legt de diepe structuren en kwetsbaarheden van onze gemeenschap bloot. Zaken die tot nu toe in de alledaagse drukte en in onze automatische-piloot-modus gemoedelijk verborgen konden blijven.

In ‘normale’ tijden (persoonlijk vind ik het ‘oude normaal’ erg radicaal maar dat is voer voor een latere blog) hebben we niet veel tijd om te lang stil te staan. We hebben het toch altijd zo erg druk met z’n allen. Te druk om  na te voelen over hoe we in onze belangrijke relaties staan, of wat we van het leven willen, of wat we van onze werkkeuzes vinden – laat staan om te reflecteren over hoe het met de grotere gemeenschap gaat. Door onze collectieve zelf-gegenereerde drukte worden onbelangrijke zaken urgent gemaakt zodat de echt belangrijke levensvragen op de lange baan worden geschoven. Drukte als verslaving en ontsnapping. ‘It is an ironic habit of human beings to run faster when they have lost their way’ observeerde Rollo May scherp.

Dit virus dwingt ons nu allen tot vertraging. En vertraging doet voornamelijk één ding: het brengt tot leven wat verdoofd was. We merken meer op als we vertragen, we ervaren meer – zowel binnen in ons als buiten ons. En al klinkt het wel erg romantisch dat ‘vertragen’, ik zie dagdagelijks in mijn praktijk (en bij mezelf) dat meer opmerken vooral eerst inhoudt dat schaduwen die met man en macht onder de oppervlakte gehouden werden, nu stilletjes aan door de sluiers heen prikken. De afleiding dat ons collectief versnellen was, valt weg.  ‘This great big festering neon distraction‘ zingt de frontman van Tool in het snerende nummer Aenima.

We merken met z’n allen dat nu het rondom ons stil wordt, het vanbinnen luider wordt. Net zoals de eendjes, de reigers en ooievaars, katten en vossen die de lokale straten weer terug innemen nu het mensdier gedwongen binnen blijft. En dan komen we voor twee keuzes te staan: blijf ik weglopen van wat me nu luider als tevoren tot zich roept, of schrijd ik zachtmoedig steeds dichter naar datgene toe wat me zoveel onbehagen brengt? Ervaring leert ons dat wat we wegduwen steeds groeit in volume, en genadeloos tot ons terugkeert in verschillende gedaantes. We kennen het in de vorm van dromen, ontregelde stresshuishouding, vreetbuien, partnerruzies, spiegelende kinderen, burn-outs, workaholism, midlife crisis, binge-watching en noem maar op. Het kan niet anders: dat wat  inherent van ons is, kan nooit ver weg zijn.  Wegduwen vergroot enkel de innerlijke verdeeldheid, de pijn en leegte die horen bij ons niet-geleefde levenstuk.

We hebben, bottom line, twee manieren om in het leven te staan. Verzachten of verharden. Het verleidelijkst is verharden: we duwen buiten ons weg wat we al jaren binnenin wegduwen. We verharden naar binnen en naar buiten toe. We sluiten ons hart, we tuigen grenzen op en we bewaken met man en macht de poort. We verliezen tegelijk onze onschuld, het niet-weten, het meedeinen, het vervoerd worden. En de grooste zonde: we verliezen een groot deel van ons ongeleefde leven. We worden untouchables, onraakbaar. Het drama is dat onraakbaarheid hoog besmettelijk is. Verharding leidt naar meer verharding, een domino-effect van afgesloten, onbereikbare  burchten. En burchten komen in oorlogsverhalen voort. Ze bekampen elkaar, want dat waar we geen relatie mee hebben beangstigt ons en is altijd bedreigend.

Een te grote prijs om te betalen wat mij betreft.

Of we verzachten. We laten onze guard down, we verwelkomen wat we niet controleren, we laten ons meevoeren. We laten ons wel raken, we zijn kwetsbaar. Kwetsbaar betekent dat er indrukken in ons hart kunnen achtergelaten worden. Ja, we kunnen pijnlijk geraakt worden, gekwetst worden. Het vraagt moed en zachtheid: zachtmoedigheid. Maar wat we terugkrijgen is het geschenk van het vol geleefde en ervaren leven, een rijk palet aan levenssmaken en geuren, en de ultieme mens-ervaring: de verbondenheid die komt met een open hart. Een geraakt hart is een verbonden hart. Je toestaan geraakt te worden is essentieel een ode aan het Samenzijn, aan het Wij.

Deze tijd roept ons ter orde: laten we dit virus ons gezamenlijk verharden (en dan gaan we hamsteren, sluiten we onze luiken, en verkommeren we in isolatie) of verzachten we en laten we het héle leven door ons heen razen en gieren, als een  stromende soms wild kolkende rivier, en dat we weer mogen kirren en krijsen als jonge kinderen, en dat we mogen vieren dat onze raakbaarheid de bron is van ons dierbaarste gift: onze gemeenschappelijkheid, onze inter-afhankelijkheid.

Tot slot, een rake kwinkslag van de de Dalai Lama. Die grapte onlangs: ‘in het Westen zeggen jullie “Help! we controleren niets!”, en mensen paniekeren. In het Oosten zeggen we “Cool, we controleren niets!”, en we ontspannen en laten het leven haar ding doen.

Aan ons de keuze.